2015

Het jaar van de staande ovaties

Is het een goed seizoen geweest? Het was in elk geval een beter seizoen dan in 1914-1915, zou onze minister-president daarop antwoorden. Een hele reeks voorstellingen over de Groote Oorlog heeft zijn gelijk voelbaar gemaakt. Ze gaven lijf en leden aan de ervaring van aan en achter het front, maakten van onze Vlaamse oorsprongsgeschiedenis weer een levende kroniek. Samen illustreerden ze tegelijk hoe weinig weerstand het theater heeft tegenover modes, hoe makkelijk het soms ‘bij de tijd’ kan zijn door terug te willen graven naar het veilige vroeger. De meer opgemerkte oorlogsproducties bleken dan ook die verkenningen van het geweld van vandaag, of van de herinneringsmachine zelf. Hét toneelpersonage van 2014-2015 bleek veeleer ‘de Syriëstrijder’ dan ‘onze jongen in de loopgraven’. Op dat vlak was het theater dit jaar sneller dan ooit bij de tijd.

En toch herinnert onze tienkoppige jury het seizoen 2014-2015 niet als de grondeloze donkere put die eerdere seizoenen wel eens waren. De vermoeienis van het Westen over zijn eigen onvermogen om zijn historische waarden hoog te houden, werd op vele podia gecounterd met een festieve sfeer, met spelplezierige cadeaus aan het publiek. We zagen een theater aan het werk dat koste wat het kost rechtstreeks wil communiceren, en daarin genereus wil zijn. Je zag het aan de vele frontale benaderingen in voorstellingen: performers op het randje van de scène, die niet met elkaar bezig zijn, maar recht de zaal in kijken, dansen of spreken. Voor alles wil theater opnieuw een gesprek. Voor alles herinneren we ons de vele staande ovaties waarmee de zaal terugsprak. Soms makkelijk tevreden, maar veel vaker uit groot respect voor de kunde van de kunst, en voor de live energie en emotie die theater en dans te bieden kunnen hebben. Het afgelopen seizoen toonde veel theater met open doek, voor een publiek met open doekjes.

Natuurlijk is dat niet het hele verhaal. Niet elke mededeling, niet elke artistieke noodzaak is gebaat bij vrijgevigheid. Geen kunst zonder de weerbarstigheid van koppige choreografen die vooral hun eigen oeuvre uitpuren, wars van welke modes ook. Geen feest zonder de confrontatie met ook onverwachte stijlkeuzes of buitenmaatse rariteiten. Mocht het theater alleen maar zoete broodjes bakken, werd het pure catering. Het komt er veeleer op aan om voor elke kok de juiste keuken te vinden. En misschien is dat wel de grootste winst van dit seizoen gebleken: de evenwichtige balans die de jury zag tussen de kwaliteit en de generositeit die je van ‘groot theater’ mag verwachten, en de eigengereidheid van vorm en inhoud in de kleine zaal. Daar is deze selectie een spiegel van. We hadden dit jaar keuze te over aan sterk werk bij de grote gezelschappen en de bekende namen, maar vonden ook parels waar het brede publiek ze doorgaans minder snel gaat zoeken. Die balans was lang niet in elke vorige editie te vinden. Ze is de verdienste van de podiumkunsten zelf.

Samen geeft dat, voor de 25e verjaardag van Het Theaterfestival, een royale selectie van 17 voorstellingen uit 246 producties die door minstens één jurylid zijn gezien. Familiale kwesties lopen er als een rode draad doorheen, bekeken door de bril van heel jong tot heel oud. Meerdere voorstellingen hebben ook het eigenlijke kunstenaarschap als thema. Elk op zich zoeken ze het antwoord op de vraag van één miljoen: wat is de rol van de kunstenaar in een wereld waarin extremistische aanslagen en besparingen op de verzorgingsstaat elkaar afwisselen in het zevenuur- journaal? Ligt het antwoord in de aangedikte esthetiek van surrealisme en burleske? Of in de uitgepuurde vervolmaking van één bescheiden speler of danser op scène? Lachen of verstillen?

Tussen horror en hoop biedt deze selectie bovenal een bouwpakket van alle elementen die van theater en dans samen een feest kunnen maken: straf acteerspel, een uitzonderlijke fysiek, genuanceerde ideeën, een levendige muzikaliteit, spelplezier tot de derde macht, visuele hoogstandjes, een soeverein decor én die vreemde spanning die we steevast – bij gebrek aan beter – ‘noodzaak’ noemen. Vier mee. Applaudisseer. Contesteer. Ga staan.

DE SELECTIE (VAN A TOT Z)

1. AH/HA – Lisbeth Gruwez / Voetvolk

Gewoon blijven lachen, altijd en overal. Wat er ook gebeurt, alles is leuk – althans, als we de sociale media mogen geloven. Die dubieuze relatie tot de werkelijkheid vangen Lisbeth Gruwez en Maarten Van Cauwenberghe in de pompende dansvoorstelling AH/HA, de eerste groepsperformance van Voetvolk. Op het ritme van een strak geluid trekt hun werk zich op gang vanuit een nauwelijks zichtbare siddering van enkele spieren, als een tableau vivant van vijf etalagepoppen met een zenuwtrek. Langzaam drijven de dansers de intensiteit en het tempo van hun bewegingen op. Is het hun trip of de onze? Steeds frenetieker zwengelt AH/HA een unieke mix tussen collectieve controle en individuele ontbinding aan, tot de voorstelling implodeert en uitmondt in een doordringend, onbeheersbaar lachen. Lachen tot onze leegte liefde wordt: misschien is dat wel de ‘nobele’ betrachting van onze ‘vind ik leuk’-samenleving? 

Voetvolk presteert hier een nieuw hoogtepunt in zijn onderzoek naar de kern van trance: een onlosmakelijke band tussen visuele en auditieve repetitviteit, belichaamd door de bijzondere artistieke verbintenis tussen Gruwez en Van Cauwenberghe, tussen beweging en sound. Eén plus één geeft hier drie. En dat maal vijf.

Info en tickets

 

2. Angels in America – Toneelgroep Oostpool

We zijn allemaal potentiële Angels in America. Die boodschap van Toneelgroep Oostpools versie van Tony Kushners klassieker hakt er behoorlijk hard in. Mede dankzij het strakke decor dat het woelige verhaal over de tegen aids (dus de dood) vechtende mannen in het New York van de jaren tachtig stuurt én stroomlijnt. Dat decor confronteert je, van zodra je de zaal binnenkomt, met jezelf. Want de achterwand van de met een laagje aarde bedekte scène is een grote spiegel waarin je jezelf en de andere toeschouwers ziet. Zo houdt het stuk je letterlijk een spiegel voor, toont ons wie wij (zouden kunnen) zijn én laat elke toeschouwer ook toe de reacties van de anderen te bekijken. En die reacties zijn vaak heftig. Omdat het verhaal zo pittig is én zo sober maar krachtig gespeeld wordt. Regisseur Marcus Azzini zet voluit in op een erg concrete speelstijl. Zijn acteurs vertolken de personages niet maar beleven ze. Tierend, huilend, kermend tot wiegend in absolute consternatie. Dat leidt niet tot ‘oversized’ baroktoneel maar tot rauw requiemtheater dat onze sterfelijkheid weerspiegelt. Door de setting én door het spel. Dit zo sprankelend, vol overgave gespeelde intrieste stuk wordt hierdoor ook (vooral?) een oproep tot genieten van elk moment op een zo integer mogelijke manier én samen met elkaar ondanks de individuele en maatschappelijke ellende waartoe een mens veroordeeld is. Azzini’s Angels in America is niet alleen een erg persoonlijke voorstelling (Azzini’s broer stierf aan aids), het is ook theater dat de verstrengeling van levenslust en ziekte, van dreiging en gelukvan wanhopige waanzin en pure euforie, van crisis én levensmoed toont op een zeldzaam sobere en zo treffende manier.

Info en tickets

3. Al te luide eenzaamheid – Koen De Sutter / Theater Zuidpool

Een man zit alleen tussen zijn muizen, zijn drankflessen en zijn boeken. Hij doet niet meer dan aanwezig zijn, stof te midden het stof. Hij leest de boeken die hij eigenlijk moet vernietigen, in de vergeetput van de ideeëngeschiedenis staat hij pal. Tot de komst van een automatische boekenversnipperaar hem doet beseffen dat aan het tijdperk van traagheid en reflectie een einde is gekomen.

Theater Zuidpool zelf houdt vol. Met Al te luide eenzaamheid, een bewerking van de gelijknamige roman van de Tsjechische schrijver Bohumil Hrabal, bevestigt het Antwerpse gezelschap eens te meer zijn statuut als rebelse leerling van de theaterklas. Het liefst tast het achteraan op de boekenplank naar teksten die zich minder vanzelfsprekend lenen voor de scène – om er liefdevol en vaak uitdagend theater mee te maken. Geen ander gezelschap gaat zo compromisloos om met tekst, omwille van de taal, de muzikaliteit en de ideeën op zich. En die overtuiging, dat acteurs in de eerste plaats letterknechten zijn, belichaamt Koen van Kaam hier in de rol van zijn leven, in stoffige kleren, met gebogen schouders en naar woede neigende twijfel in de stem. In een tijd waarin bibliotheken dreigen te verworden tot rariteitenkabinetten in kelders, huldigt zijn bescheiden spel de zorgzaamheid van de erudiet. Het levende bewijs dat klassiek verteltheater, mét live gepingel op de piano, nog lang niet uitverteld is. Een ode aan de denker als dienstmaagd. 

Info en tickets

4. Augustus, ergens op de vlakte - Olympique Dramatique/KVS, NTGent, Toneelhuis

Mag het? Kan het wel? Zo’n weinig grensverleggend tragikomisch familiedrama als August: Osage County van de Amerikaanse auteur Tracy Letts opvoeren, alsof de Vlaamse Golf nooit in Vlaanderen is gepasseerd? Olympique Dramatique stak met groot plezier zijn broek af tegen zoveel do’s and donts en engageerde de drie stadstheaters KVS, Toneelhuis en NTGent rond zijn simpele goesting om van acteren weer een festijn te maken. Regisseurs Stijn Van Opstal en Tom Dewispelaere verkeren daarvoor in uitstekend gezelschap. Gilda De Bal schittert als de echtgenote die rouwt om haar gestorven man. Dochters Sofie Decleir, Els Dottermans en Mieke De Groote rollen met hun ogen achter haar rug. Voor één keer hangen de mannen aan hun handje, in plaats van omgekeerd. Augustus, ergens op de vlakte helpt ons eraan herinneren dat hecht en wervelend ensemblespel een onvervreemdbaar goed is in theater, zeker in een landschap dat noodgedwongen bespaart op het aantal acteurs dat de scène mag vullen. Van dit soort voorstellingen, genereus in hun herkenbaarhied en verdomd goed gespeeld, worden er vandaag misschien te weinig gemaakt.

Info en tickets

5. Colossus – Stef Lernous / Abattoir Fermé

Regisseur Stef Lernous liet kc nOna vertimmeren tot een barok theater waarin een naïeve kerel – een Lernous-versie van Fjodor Dostojevski’s De idioot – probeert om het beste uit het leven te halen door zich plichtsgetrouw en manmoedig in te zetten voor gezin, cultuur en samenleving. Wat jammer dat niemand lijkt te willen meewerken. Louis Van der Waal zet die kleine man groots neer en wordt omringd door een uitbundige bende collega’s. Lernous gooit zijn acteurs in de meest (on)mogelijke kartonnen decors, maar beoogt slechts een ding: het valse genoegen dat veelheid schept te ontmaskeren. De doldraaiende kolossale carrousel van bonte scènes crasht hard op de gestripte soberheid van de laatste scène. Theater in het theater in het theater: de schijn bijt zichzelf in de staart. Voor één keer wordt van barok niet enkel de uiterlijke stijl, maar ook de diepere existentiële filosofie vertaald naar vandaag.
Colossus is het pretpark des leven dat zichzelf majestueus onderuit haalt met de teloorgang van het individu en de maatschappij tot gevolg. Hoe ernstig die moraal van het verhaal ook is, de passie en het plezier maken dit tot een feestelijk vieren van een hedendaagse tragedie. De voorstelling mag zich met recht en reden de happening van het jaar noemen.

Meer informatie

6. Gavrilo Princip - De Warme Winkel

Een oplegger vol decorstukken, een vrachtwagen vol kostuums, enkele kisten make-up en een microfoontje. Met die attributen spelen de prettig gestoorde geesten van De Warme Winkel het begin van de Eerste Wereldoorlog na. Overal op het toneel verschijnen kamertjes. Wat zich daarin afspeelt, is vaak verstopt voor de toeschouwers en enkel zichtbaar gemaakt door een camera. Als een raderwerkje passen alle (decor)puzzelstukjes in elkaar en vormen ze samen een intrigerende vertelmachine. De wirwar aan verborgen hoekjes en kantjes op het toneel is een prachtige metafoor voor het kluwen aan omstandigheden die tot de wereldoorlog leidden.

Dat maakt van Gavrilo Princip een schoolvoorbeeld van hoe vorm inhoud kan worden: al die schitterend georkestreerde speelse chaos geeft niet alleen een glashelder beeld van de haast dilettantische chaos die leidde tot de Groote Oorlog, maar schept ook een griezelig beeld van hoe onze chaotische tijden lijken af te stevenen op een soortgelijk wereldconflict. Tel een intelligente dramaturgie op bij acteurs die zich smijten in het brute handwerk uit de tijd dat theater en stomme film nog met elkaar getrouwd waren, en je krijgt de smakelijkheid van De Warme Winkel. Nooit belerend, altijd verrassend, en niet toevallig voor de vijfde keer op rij op Het Theaterfestival.

Info en tickets

7. Horror - Jakop Ahlbom

Tot deze voorstelling was griezelen een kwestie van de juiste cuts en camerastandpunten. Maar hier gebeurt het voor je ogen. Vals bloed, onnatuurlijk vale acteurs, messen en schriele stemmetjes, een hand die alleen op stap gaat... Jakop Ahlbom kijkt in deze verrassende stijloefening niet op een cliché meer of minder. Scène na scène bouwt hij langzaam aan een griezelig perfect horroruniversum, en weet hij de spanning tot het einde vol te houden. Remake of pastiche? De pokerface van acht mimeacteurs houdt alles dubbel open. Ook de trucs ontsnappen aan de gebruikelijke ironie en ontmaskering waarmee theater zo graag zijn eigen coulissen neerhaalt. Je zit ernaar te kijken met de verlustiging van een kind. Dit is dan ook geen toneel, maar circus als drama, film op theater, met de soundscape in een hoofdrol. De horror vormt het uitgangspunt van een virtuoos, stilistisch experiment dat een streling – of nachtmerrie – is voor het oog.

Maar laat niemand zich vergissen. Horror is veel meer dan een kunstje in een flitsend kleedje. Het is een grootse mimevoorstelling in een knap decor, bouwend op een uitmuntende spelersregie en een clever uitgekiend ritme. Ahlbom presteert hier zijn beste voorstelling tot nog toe.

Info en tickets

8. Hunter - Meg Stuart / Damaged Goods

De Amerikaanse choreografe Meg Stuart werpt al vanaf Disfigure Study (1991), haar eerste ‘Europese’ werk, een niets ontziende blik op het menselijk lichaam. Sindsdien bleef ze snuisteren in hoeken van de geest waar we liever niet komen. Daarbij danste ze zelf vaak mee. Zo maakte ze ook zichzelf tot object van onderzoek. Pas afgelopen seizoen echter creëerde ze met Hunter voor het eerst een avondvullende solo. Haar beginvraag was: ‘Hoe kan ik de vele invloeden en sporen verwerken die mij gevormd hebben als person en als kunstenaar. Hoe kan mijn lichaam de ettelijke voorgeschiedenissen en onvervulde verhalen ontplooien?’ Het resultaat is een emotionele roetsjbaan. De voorstelling is geen mooi afgerond ‘portret’, maar een archief dat Stuart pardoes op het podium uit kiepert. In dat archief zitten niet één, maar vele Meg Stuarts. Het enige dat al die brokstukken samenhoudt, is haar eigen vege lijf.
Daarmee zet Stuart een groot vraagteken bij de hedendaagse obsessie met ‘jezelf zijn’.
Hunter is een eerlijk, riskant en helder werk dat de kijker, als zo vaak bij haar, in verwarring achter laat. Ze kreeg voor dat werk van het Duitse tijdschrift ‘Tanz’ de titel ‘choreografe van het jaar’. Wie zulke kwesties op de kaart kan zetten, verdient die titel ook. 

Info en tickets

9. Liefdesverklaring - Nicole Beutler & Magne van den Berg / fABULEUS & NBprojects

Jep, je kan verliefd worden op een voorstelling. Omdat zij haar liefde verklaart aan de zaal. Op papier lijkt het simpel. Nicole Beutler en Magne van den Berg draaien Peter Handkes Publiksbeschimpfung om in zijn tegendeel: een open uitnodiging naar de zaal, in plaats van een zoveelste confrontatie. Maar aan die open armen hangen geen acteurs met jarenlange ervaring in het inpakken van een zaal, wel zes breekbare jongemensen tussen puberteit en universiteit. Net dat maakt deze voorstelling zoveel meer ontwapenend, en geeft je nauwelijks verweer tegen de gedurfde publieksinteracties. Van jeugdigheid een performatieve kracht én een inhoudelijk statement maken: net die kunst beheerst fABULEUS als geen ander.

Zo verontrustend strak, abstract en stoïcijns de voorstelling begint, zo intens, warm, overweldigend en verrassend danst ze naar haar einde. Liefdesverklaring is niet zomaar een dwarse repertoire- bewerking, wel een stevige voet tussen de draaideuren waarin zoveel andere producties over het

kunstenaarschap zichzelf kapot ironiseren. Deze jongerenvoorstelling doet een krachtig voorstel voor alle theater, te beginnen met haar opgeslagen wimpers en haar welgemeende glimlach naar de zaal. Een zeldzaam mooie ode aan de magie tussen scène en publiek. Een visitekaartje voor het theater.

Info en tickets

10. Medea - Simon Stone / Toneelgroep Amsterdam

De Australische regisseur Simon Stone zet de mens in zijn blootje, even naakt als het spierwitte decor waarin de acteurs zich bewegen. Door de personages in die white cube om elkaar heen te laten cirkelen en die sporen met as te markeren, maakt hij een web van psychische intriges zichtbaar.
Dat Stones
Medea – een indrukwekkende vertolking van Marieke Heebink – zich afspeelt in een klinische context, is dan ook geen toeval. Stone maakte van Euripides’ bekende tragedie een rauw portret van een gezin dat de afgrond in stort en uit mekaar spat, zoals de zwarte as op het onbevlekte decor.

De oude thematieken uit het Griekse verhaal – seksualiteit, angst voor het vreemde, jaloezie – worden hier niet platweg geactualiseerd, maar herkneed en vertaald tot een actueel, herkenbaar verhaal. De spelersploeg vult de lege witte ruimte met zinderende emotie, die juist door het contrast met de vervreemdende, bijna hyperrealistische context hard binnenkomt. Nergens loopt Stone in de val van de tranerigheid. Overheersend is de kale, ongemakkelijke stilte die gesprekken omhult waarin het afscheid en verval zich al genesteld hebben. Met zijn versie van Medea toont Stone hoe een klassieker ook na al die tijd messcherp en beklijvend kan werken.

Meer informatie

11. Revue Ravage – Josse De Pauw, Tom Lanoye & Peeter Vermeersch / KVS en NTGent

Met dit slim gecomponeerde stuk laten Josse De Pauw, Tom Lanoye en Peter Vermeersch zien hoe de revue en het politieke bedrijf niet ver uit elkaar liggen. Met bijna evidente flair schetst de voorstelling de ideologische uitholling van een partij en de morele uitholling van de mens die zichzelf ermee laat samenvallen. Lanoye portretteert die partij op een scharniermoment: een jonge generatie heeft begrepen dat een nieuwe speak nodig is en rebelleert tegen patriarch en particratie. Een vadermoord dringt zich op. Een verhaal van zelfverlies wordt verpakt in een bij momenten hilarische revue en doordesemd met de levenswijsheid van Josse De Pauw en Tom Lanoye. Want hoe ontluisterend ook voor mens en systeem: bitter wordt de toon nooit. Bedrog en zelfbedrog schuiven naadloos in elkaar. Ook daarin schuilt mededogen.

Wat zich presenteert als een zoveelste faillietverklaring van links, is onder die politieke anekdotiek een bevraging van vernieuwing als principe. Staat het oude sowieso aan de foute kant? Is het nieuwe niet juist de ware uitverkoop aan klandizie en marktonderzoek? Van Revue Ravage zijn de thema’s zo herkenbaar en universeel dat het stuk over tien jaar nog altijd met gemak gespeeld kan worden. Het trio Lanoye, De Pauw en Vermeersch blaast met Revue Ravage een oud genre nieuw leven in en levert een van de meest sprankelende grotezaalproducties van de jongste jaren.

Meer informatie

12. Slumberland – An Pierlé, Fulco Ottervanger & Nathalie Teirlinck / Zonzo Compagnie

De nieuwste worp van Zonzo Compagnie verrijkt het muziektheater met een nieuw, filmisch elan. Nathalie Teirlincks poëtische filmbeelden creëren een theatertrip die weifelt tussen waken en (durven) slapen. In haar wereld is het zandmannetje niet zomaar een zoethouder, zijn monsters niet zomaar infantiele hersenspinsels. Ze worden psychologische realiteiten, existentiële vraagstukken tussen kinderen en ouders, tegen de skyline van de nachtelijke stad. Eenieder ziet wat hij wil zien, jong of oud, maar de prachtige sfeerzetting van muzikanten An Pierlé en Fulco Ottervanger neemt iedereen tegelijk op sleeptouw. Zo schattig de videogetuigenissen van kinderen over wat ze ervaren

als ze inslapen, zo unheimlich en zelfs lichtjes beangstigend is het universum waarin je ze volgt. Het deint over de zaal uit, en lokt je onwillekeurig mee naar binnen.
Multimediaal is vaak een buzzwoord voor te veel kabels op scène. De muzikaliteit van
Slumberland daarentegen is totaal. Ze schuilt niet alleen in de muziek, maar in elk segment – licht, film, vertolking, setting – van deze creatie. Die unieke samenhang zorgt voor een zacht betoverende theaterervaring.

Info en tickets

13. The Civil Wars - Milo Rau / International Institute of Political Murder

Hoe heb je het over de problematiek van Syriëstrijders zonder het er echt expliciet over te hebben? In The Civil Wars zoomt de Zwitserse theatermaker Milo Rau in op de complexe figuur van de vader, behoeder van de familie. Hij plaatst vier acteurs – waaronder de Belgen Johan Leysen en Sara De Bosschere – in een huiskamerachtige setting. Bedaard en zonder frivoliteiten vertellen ze elk hun levensverhaal in de camera. Onwillekeurig voltekt zich het wonder van de autobiografie, als vertelling: hoe dieper er in het persoonlijke wordt gegraven, hoe universeler de buit die bloot komt te liggen. The Civil Wars ontvouwt zich tot een meerduidig portret van heel Europa, ontheemd van zijn betekenisgevende waarden, zijn symbolische leiderschap.

‘The personal is political’: na het zien van dit eerste deel van Milo Rau’s Europa-trilogie, is dat niet langer een cliché, maar een wee gevoel in je buik. Een voorbeeld voor vele binnenlandse makers.

Info en tickets

14. The Fountainhead - Ivo van Hove / Toneelgroep Amsterdam

Ayn Rands roman The Fountainhead lag al vele jaren op de plank bij Ivo Van Hove. Haar even politieke als romantische bestseller stelt twee visies op kunstenaarschap tegenover elkaar: de kunstenaar als creatief en autonoom genie versus de kunstenaar als dienstbaar kind van de samenleving, voor wie de carrière primeert op de principes. Ramsey Nasr speelt de eerste pool, de rol waarmee ook de regie zich lijkt te vereenzelvigen, met volle overtuiging, rustig vanuit de buik. Naast hem zorgt het kruim van Toneelgroep Amsterdam, in opnieuw een machtig decor van Jan Versweyveld, voor het nodige tegengewicht, waardoor het hoogst actuele basisconflict van de voorstelling in volle diepgang de geesten gaat bespoken: waar stopt de waarheid van het vrije individu, en begint het morele gezag van de gemeenschap?

Prachtig ensemblespel verleent The Fountainhead opnieuw de grandeur van Romeinse Tragedies. Dit is geen vrijblijvende voorstelling: ze dwingt je tot ideologische stellingname, woelt je eigen ideeën over ambitie en compromis weer helemaal los. Theater dat je minstens even doet overwegen om je leven helemaal om te gooien: betere kunst bestaat er niet.

Meer informatie

15. The Great Warmachine - Joachim Robbrecht

Oorlog speelt zich in deze voorstelling niet op het slagveld af, maar achter de game console. De protagonisten ervan spreken verfoeilijk slecht Engels, en wat ze zeggen is zelfs niet van tel. Ze geloven in oorlog als vooruitgang, quoten er maar op los, blijken volledig weggezongen van de werkelijkheid. Of zijn wij het die buiten de nieuwe wereld staan? Zelden had een voorstelling het zo fris en tongue-in-cheek over de ergste en ernstigste dingen uit het wereldnieuws. Precies de onbegrijpelijke drive ervan is het meest ontluisterende, terwijl je er fysiek steeds nauwer in betrokken wordt. Gedaan met alle slimme beschouwingen over geweld, hier moet het publiek zelf aan het front, gewoon in de theaterzaal.

Joachim Robbrecht, Belgische theatermaker in Nederland, verzet de bakens. The Great Warmachine is een ongemakkelijk interessante en aanstekelijk gespeelde voorstelling, die elke toeschouwer uitdaagt om zich anders tot de wereld(oorlogen) te verhouden.

Info en tickets

16. The Marx Sisters - de KOE / Tg STAN

‘We kunnen ons alles voorstellen, behalve het einde van het kapitalisme’: grote woorden zijn het die in The Marx Sisters vallen. Alleen worden ze uitgesproken door de beide dochters van Marx, en dat maakt er vanzelf dubbelzinnigheden van. Zij belichamen het nalatenschap van de revolutionaire gedachten in een werkelijkheid die zich er niet zomaar naar plooit. Zij kennen van Das Kapital de familiale keerzijde, de kleine gebreken achter de grote woorden. Vanzelf wordt hun dialoog, een uitgerokken foto-in-woorden van een toespraak in Hyde Park in 1889, een universele discussie over alle perikelen die samenhangen met in opstand komen. Schrijver Willem de Wolf, op scène met gratie bijgestaan door Sara De Roo en Natali Broods, gooit zichzelf mee in het bad, als kunstenaar. Theater maken en de wereld doen kantelen worden keerzijdes van dezelfde medaille: we zijn te kleine mensen voor onze grote idealen.

Het resultaat is verrassend rijk repertoire voor vandaag, waarin de echo’s van de huidige sociale onvrede onmiskenbaar mee doorklinken. Uiterst sober bespeelt The Marx Sisters alle historische en actuele nuances niet in de breedte, maar in de diepte, als het brouwen van trage wijn. De nadronk voedt niet alleen intellectueel, maar werkt vooral ontroerend, of toch voor wie opstand nog een mogelijkheid blijft. Theater dat zich met zoveel tegensprekelijkheid over de onderbelichte hamvragen van deze tijd buigt, is een huzarenstukje.

Info en tickets

17. Vader – Franck Chartier / Peeping Tom

Even poëtisch als surreëel toont Peeping Tom in Vader de dieptragische, maar soms ook simpelweg hilarische realiteit van het ouder worden in een rusthuis. Dat rustoord wordt niet weggezet als een kille of klinische wereld, maar uitgevouwen in zijn dubbelzinnige schoonheid én tristesse. Of hoe moet je anders die ene scène lezen waarin een don juan van minstens tachtig alle dametjes versiert met zijn vingervlugge pianospel? Vader verlokt en verleidt.

Dans, theater en live muziek komen naadloos samen in een majestueus decor, tegelijk vreemd en herkenbaar. Ook de metamorfose die een mens tijdens het verouderen ondergaat, krijgt hier een fysieke vertaling die grote ogen doet opzetten, zonder dat de voorstelling verglijdt in sentimentele anekdotiek. De cast – een mix van jonge en bejaarde performers – sleept je mee in het langzame verglijden van een mens naar een wereld waarin andere krachten het van de rationele logica overnemen. Over de inventieve en knap opgebouwde scènes, weifelend tussen het kleine tedere gebaar en de virtuoze groepsdynamiek, rust een zachte deken van vervreemding. Dat maakt van Vader een van de meest empathische, wervelend gedanste en verrassend vormgegeven portretten van het ouder worden anno 2015. Waarop wachten cultuurcentra op om Peeping Tom meer speelplek te gunnen in Vlaanderen zelf?

Info en tickets

18. Work/Travail/Arbeid – Anne Teresa De Keersmaeker / Rosas & Wiels

Work/Travail/Arbeid is een werk dat al bij de opzet alles in zich had om legendarisch te worden, al was het ook een geweldige gok. In samenspraak met Curator Elena Filipovic presenteerde choreografe Anne Teresa De Keersmaeker in Wiels haar werk als choreografe in de vorm van een permanente tentoonstelling. Ze toonde echter geen foto’s, films of tekeningen. Het ging hier ook niet om afgeronde stukken. Je zag daarentegen 14 dansers en zes muzikanten die negen weken lang, in cycli van telkens 9 uur (2 uur langer dan de openingsuren van de kunsthal) het basismateriaal van de voorstelling Vortex temporum (2013), op muziek van Gérard Grisey, uitsponnen in ruimte en tijd.

Daar kwam geen enkele kunstgreep aan te pas. De dansers volbrachten hun taak zonder ander licht dan het overvloedige natuurlijke daglicht op de derde etage van Wiels. Bezoekers konden gaan en staan waar ze wilden, en ook blijven zo lang dat hun beliefde, net als in elke andere tentoonstelling. Voor de dansers en muzikanten was dat een aartsmoeilijke opgave: ze konden hier immers niet meer vertrouwen op een natuurlijke publieksconcentratie die als vanzelf ontstaat in een theaterzaal. Toch gaven ze voortdurend blijk van een diepe, ernstige betrokkenheid.

Misschien kwam het publiek daarom in steeds grotere getale opdagen? Uiteindelijk brak de tentoonstelling zelfs alle records van Wiels, met 24.000 bezoekers in negen weken. Dat had niemand durven hopen. Work/Travail/Arbeid was echter ook artistiek een buitengewoon succes: door haar werk zo ‘naakt’ te presenteren en te ontrafelen in zijn samenstellende delen maakte De Keersmaeker de choreografische idee, als de motor van een concrete dansuitvoering, zichtbaarder dan in een theaterzaal zou kunnen. Ze opende nieuwe wegen voor de choreografie.

Info en tickets

De Theaterfestivaljury 2015 bestond uit: podiumcritici Evelyne Coussens (De Morgen), Wouter Hillaert (De Standaard / Rekto:Verso), Liv Laveyne (De Morgen), Johan Thielemans (cobra.be en voorzitter van de jury), Pieter ’t Jonck (De Morgen), Simon Van den Berg (Theatermaker), Robbert van Heuven (Trouw), Els Van Steenberghe (Knack), dansprogrammator Samme Raeymaekers en RITS-docent Karel Vanhaesebrouck.